n België blijft mobiliteit een cruciaal en gevoelig thema voor werkgevers. De studie die SD Worx in augustus 2025 publiceerde, bevestigt een hardnekkige trend: Belgen spenderen meer tijd aan hun woon-werkverplaatsingen dan wie ook in Europa.
Voor HR, fleet managers en mobility managers zijn dit geen loutere statistieken. Ze wijzen op concrete uitdagingen: productiviteitsverlies, toenemende ontevredenheid bij werknemers en de noodzaak om te anticiperen op nieuwe wettelijke verplichtingen zoals het bedrijfsvervoersplan (PDE) en de federale mobiliteitsdiagnostiek. Precies op dit terrein ondersteunt Next Mobility organisaties, door hen te begeleiden naar op maat gemaakte, duurzame mobiliteitsoplossingen
Belangrijkste bevindingen uit de SD Worx-studie 2025
Gemiddeld spenderen Belgische werknemers 57 minuten per dag aan hun woon-werktraject — het hoogste cijfer in Europa. De mediaan bedraagt 45 minuten heen en terug, wat betekent dat minstens de helft van de werknemers nog langer onderweg is.

Eén op de vijf werknemers wordt zelfs beschouwd als een “superpendelaar”, met meer dan 1,5 uur reistijd per dag. Niet verwonderlijk dat de ontevredenheid groot is: 24% van de Belgische werknemers geeft aan ontevreden te zijn over hun pendel, een van de hoogste scores in Europa.

De auto blijft het dominante vervoermiddel (55%), maar België valt ook positief op dankzij het hoge aandeel fietsgebruikers: bijna 18% van de werknemers pendelt met de fiets (klassiek of elektrisch), wat ons land bij de Europese top drie plaatst. De gemiddelde afstand — 18,5 km enkele rit — onderstreept dat dit geen kleine verplaatsingen zijn, maar aanzienlijke dagelijkse trajecten.

Wat betekent dit voor werkgevers?
Voor werkgevers vormen deze cijfers een duidelijke wake-up call: de mobiliteit van werknemers heeft een directe impact op welzijn, retentie en de algemene prestaties van de organisatie. Elke minuut die verloren gaat in de file weegt door op de motivatie en het werkklimaat, maar ook op de kosten van wagenparkbeheer en absenteïsme.
De verwachte resultaten van het PDE en de federale mobiliteitsdiagnostiek zullen cruciaal zijn om deze trends te bevestigen en een gestructureerd kader te bieden voor bedrijfsbeleid rond mobiliteit. Ze zullen bovendien helpen om prioriteiten scherp te stellen: het autogebruik verminderen, fietsen en openbaar vervoer stimuleren, en multimodaal woon-werkverkeer versterken.
Next steps: vandaag al actie ondernemen
Bij Next Mobility zijn we ervan overtuigd dat de oplossingen al bestaan om de negatieve impact van lange pendeltijden te verminderen. Bedrijven kunnen vandaag al stappen zetten door:
- Fietsgebruik en multimodaliteit stimuleren: investeren in veilige fietsenstallingen, gecombineerde trein + fietsabonnementen en incentives voor actieve mobiliteit.
- Het wagenpark herdenken: evolueren naar een groen wagenpark met elektrische of gedeelde voertuigen die beter aansluiten bij de werkelijke mobiliteitsbehoeften.
- Meer flexibiliteit invoeren: werktijden aanpassen of gericht telewerk mogelijk maken voor “superpendelaars.”
- Vragen aan werknemers stellen: interne data verzamelen en analyseren (pendeltijd, vervoermiddelen, tevredenheid) om van deze wettelijke verplichtingen een kans te maken voor performantie en duurzaamheid.
Conclusie
België mag dan wel Europees kampioen pendeltijd blijven, maar dat hoeft geen fataliteit te zijn. Werkgevers spelen een sleutelrol in het verkorten van reistijden, het verbeteren van het welzijn van hun werknemers en het uitbouwen van een beleid rond duurzame mobiliteit.
Het bedrijfsvervoersplan (PDE) en de federale mobiliteitsdiagnostiek zijn gedaan, is het moment aangebroken om actie te ondernemen. En net daar maakt Next Mobility het verschil: organisaties helpen om hun duurzame mobiliteit te unlocken en een structureel probleem om te zetten in een hefboom voor tevredenheid, employer branding en bedrijfsresultaten.